Bolivia
Door: Winnie
24 Juni 2014 | Bolivia, Potosí
Bolivia (8 juni - 24 juni 2014)
Inmiddels zitten we alweer 2 weken in Bolivia. Nadat we Aldea Luna hadden verlaten zijn we nog anderhalve dag in Jujuy gebleven om onze was te laten doen en uit te zoeken hoe we in Bolivia moesten komen. De grensovergang La Quiaca - Villazon verliep super makkelijk. Onze tassen werden niet eens gecontroleerd. In Villazon hebben we meteen de bus gepakt naar Tupiza. Wat een verschil met de bussen in Argentinië en Chili! Alle busmaatschappijen hadden mooie posters hangen van de bussen waarin ze rijden. Toen onze bus arriveerde bleek dat die posters waarschijnlijk 40 jaar geleden waren gemaakt.. natuurlijk. Ook al was het een hele oude bus, toch nog een goede rit gehad omdat het maar een uurtje duurde. Aangekomen in Tupiza vonden we een goede privekamer met eigen badkamer in een hostel, wat een prijzen! Dat is nog eens wat anders dan in Chili. De vrouw bij de receptie had ons uitgelegd waar de supermarkt was en die zijn we toen gaan opzoeken. Die konden we dus niet vinden... Wisten wij veel dat de supermarkt een markt is met ieder een kraampje voor zich. Wat een gedoe om daar je boodschappen uit te zoeken in plaats van gewoon alles bij elkaar in 1 winkel, 1 keer afrekenen!
De mensen zijn ook heel anders hier in Bolivia. De meeste mensen stammen af van de inheemse bevolking, terwijl in Argentinië en Chili de meeste mensen een veel meer Europees uiterlijk hadden. Vrouwtjes met 2 lange vlechten in het haar en een bolhoedje op, een gekleurde doek op de rug die gebruikt wordt als rugzak om je kind in te vervoeren of grote dozen met weet ik veel wat allemaal. Ook dragen ze knierokken met kniekousen en hebben ze allemaal een traditioneel schort voor. De mannen zien er vrij normaal uit, zij hoeven ook bijna niks te dragen. Oude vrouwtjes lopen met een kromme rug, omdat ze hun leven lang die doeken op hun rug hebben gedragen. Qua karakter zijn de Bolivianen heel erg gesloten. Ze kijken weg als ze tegen je praten en zullen nooit spontaan een praatje met je maken of meer vertellen dan nodig is. Het zijn geen nare mensen, maar ze zijn gewoon een beetje raar.
In Tupiza hebben we een dagje paard gereden wat voor mij niet echt ontspannend was omdat mijn paard een beetje 'ruidoso' was. Een keer ging ie bijna steigeren, maar ik kon me nog vasthouden aan het zadel. Niks voor mij dat paardrijden.... Ook hebben we nog de wedstrijd Nederland-Spanje gekeken en kwamen we heel toevallig Jelmer van onze opleiding tegen. 'S avonds met z'n 3-tjes pizza gegeten en de volgende dag vertrokken op de beroemde Salar de Uyuni tour.
De tour duurde 4 dagen en was erg gezellig. We zaten in een jeep met een Nederlands meisje en een Duitse. Ook was er een andere jeep mee met 3 Italianen en een Argentijn. Onze gids/chauffeur was een Boliviaan (Julio) en zei natuurlijk bijna niks. Alles was we wilden weten moesten we uit hem trekken. Gelukkig kon ie wel goed en rustig rijden. Dat vonden we het belangrijkste na al die horror-verhalen die we van anderen hadden gehoord. Ook was Amelia, de kok, mee die voor lekker eten zorgde (en de oorzaak was waardoor ik midden in een van de ijskoude (-17 graden Celcius) nachten 3 keer naar de wc moest. We hebben erg mooie dingen gezien: vulkanen, lamas, oude ruines van zilvermijn dorpjes, lamas, gekleurde meren, lamas, zoutmeren, lamas, geisers, lamas, mummies van de inca's, lamas, cactussen, lamas en natuurlijk de Salar de Uyuni (het grootste zoutmeer op aarde). De koude nachten en de grote hoogten (geslapen op max. 4350 m en geweest op max. 5000 m) zorgden voor een paar slapeloze nachten en de gedachten aan hoe fijn het thuis is. Echt ongelooflijk dat de inheemse bevolking hierheen is getrokken en dat er nu nog steeds mensen wonen op grote hoogte en met die enorme kou. Ze hebben geen bomen om een vuurtje te stoken en vaak ook geen douche. Het eindpunt van de tour was het stadje Uyuni, een shithole waar we zo snel mogelijk wegwilden. Gelijk dezelfde middag dus de bus nog naar Potosi genomen.
Potosi is de hoogst gelegen stad op aarde (volgens mij 4090 m) en bekend om zijn grote zilvermijn. Het is niet fijn om op zo'n grote hoogte te verblijven (net als tijdens de tour) als je een klein beetje te snel loopt ga je hijgen en krijg je hoofdpijn. Je moet dus continu water drinken en rustig aan doen. Reinier had hier geen last van, dus hij rende steeds voor mij uit, terwijl ik me hartstikke brak voelde. Reinier is in Potosi nog de zilvermijn gaan bezoeken, maar omdat deze op 5000 m ligt en de touroperator zei dat het heel zwaar is om in die mijn rond te lopen leek het me verstandig niet mee te gaan omdat ik me toch al brak voelde. Achteraf maar goed ook, want Reinier zei dat het echt zwaar was en dat je zeker niet claustrofobisch moet zijn.
---
De mijn tour was inderdaad erg indrukwekkend. 's ochtends stapten we met zijn allen in een busje en reden we naar een gebouwtje ergens achteraf, hier kregen we allemaal een broek, jas, helm en licht voor in de mijn. Volgende stop was de mijners markt. Hier kochten we allemaal coca bladeren, flessen drinken en ik kocht ook nog een staaf dynamiet, dit dient namelijk als geschenken voor de mijnwerkers. De staaf dynamiet kocht ik een beetje met de hoop dat we die ook zouden gaan gebruiken. Met zijn allen weer in het busje reden we de Cerro Rico op naar een van de vele ingangen. De groep werd verdeeld en gelukkig zat ik in een lekker klein groepje. De eerste gangen van de mijn waren nog wel oke, je moest wel continu bukken want de mijnen zijn gemaakt voor Bolivianen en niet voor Europeanen maar je kon er tenminste gewoon lopen. Maar na daar wat rondgelopen te hebben en met een aantal mijnwerkers gesproken te hebben gingen we naar zogenaamde 'verbindingsgangen'. Deze lopen niet recht maar schuin door de berg heen en verbinden de levels (horizontale gangen). In deze verbindingsgangen was het dus echt soms kruipen, glijden en oppassen voor naar beneden komende stenen. En van de inspanning ga je ook nog flink hijgen maar de lucht is niet ontzettend zuurstofrijk dus na een aantal gangetjes sta je aardig te duizelen op je voeten. Op zo'n manier begin je wel ontzettend veel ontzag te krijgen voor die mijnwerkers, die daar dag in dag uit staan te hakken en scheppen. Ik mocht zelf ook nog even het schepwerk van een mijnwerker overnemen maar na een zak gevuld te hebben hield ik het voor gezien, de lucht is gewoon zo ijl en stoffig dat je het niet lang volhoud. Zo liepen we verder door de mijn, gaven presentjes aan de mijnwerkers en helemaal aan het eind kwamen we nog een jongen van 15 jaar!!! tegen. Die werkte nu een jaar in de mijn, en zou dit waarschijnlijk nog voor een lange tijd blijven doen... Al met al een indrukwekkende maar ook zorgwekkende ervaring!
Oja en de staaf dynamiet, die heb ik inderdaad cadeau gedaan aan een mijnwerker, maar hij heeft hem niet gelijk op dat moment gebruikt. En dat vind ik eigenlijk ook wel helemaal best.
---
Na Potosi zijn we in Sucre beland. Een best wel mooie stad, maar natuurlijk nog steeds erg vies. Tijdens ons verblijf was er een groot feest voor de zonnewende. Er waren verschillende optochten met verklede meisjes en jongens verkleed als mijnwerkers. 2 dagen lang hebben we hetzelfde liedje gehoord wat in de optocht werd gespeeld. Ook zijn we nog een dagje naar Tarabuco geweest, waar ze op traditionele wijze kleden weven. Hier hebben we een kleed gekocht en 2 kunstkleedjes voor aan de muur. We vonden het aardig prijzig voor Boliviaanse begrippen, maar gelukkig hebben we aardig wat kunnen afdingen. De volgende dag zijn we naar een museum geweest en daar zagen we dat het misschien toch wel waar was wat de verkoopster zei. Ze zei dat het zo duur was omdat een kleedje van 20 bij 50 cm 2 maanden werk was. In het museum zagen we dat het inderdaad een enorm moeilijk priegelwerk is.
Nu zitten we op het vliegveld in La Paz te wachten op onze vlucht naar Rurrenabaque. We gaan een paar daagjes de jungle van de Amazone in in het noorden van Bolivia! De malariapillen kunnen dus geslikt worden....
Tot snel!
Inmiddels zitten we alweer 2 weken in Bolivia. Nadat we Aldea Luna hadden verlaten zijn we nog anderhalve dag in Jujuy gebleven om onze was te laten doen en uit te zoeken hoe we in Bolivia moesten komen. De grensovergang La Quiaca - Villazon verliep super makkelijk. Onze tassen werden niet eens gecontroleerd. In Villazon hebben we meteen de bus gepakt naar Tupiza. Wat een verschil met de bussen in Argentinië en Chili! Alle busmaatschappijen hadden mooie posters hangen van de bussen waarin ze rijden. Toen onze bus arriveerde bleek dat die posters waarschijnlijk 40 jaar geleden waren gemaakt.. natuurlijk. Ook al was het een hele oude bus, toch nog een goede rit gehad omdat het maar een uurtje duurde. Aangekomen in Tupiza vonden we een goede privekamer met eigen badkamer in een hostel, wat een prijzen! Dat is nog eens wat anders dan in Chili. De vrouw bij de receptie had ons uitgelegd waar de supermarkt was en die zijn we toen gaan opzoeken. Die konden we dus niet vinden... Wisten wij veel dat de supermarkt een markt is met ieder een kraampje voor zich. Wat een gedoe om daar je boodschappen uit te zoeken in plaats van gewoon alles bij elkaar in 1 winkel, 1 keer afrekenen!
De mensen zijn ook heel anders hier in Bolivia. De meeste mensen stammen af van de inheemse bevolking, terwijl in Argentinië en Chili de meeste mensen een veel meer Europees uiterlijk hadden. Vrouwtjes met 2 lange vlechten in het haar en een bolhoedje op, een gekleurde doek op de rug die gebruikt wordt als rugzak om je kind in te vervoeren of grote dozen met weet ik veel wat allemaal. Ook dragen ze knierokken met kniekousen en hebben ze allemaal een traditioneel schort voor. De mannen zien er vrij normaal uit, zij hoeven ook bijna niks te dragen. Oude vrouwtjes lopen met een kromme rug, omdat ze hun leven lang die doeken op hun rug hebben gedragen. Qua karakter zijn de Bolivianen heel erg gesloten. Ze kijken weg als ze tegen je praten en zullen nooit spontaan een praatje met je maken of meer vertellen dan nodig is. Het zijn geen nare mensen, maar ze zijn gewoon een beetje raar.
In Tupiza hebben we een dagje paard gereden wat voor mij niet echt ontspannend was omdat mijn paard een beetje 'ruidoso' was. Een keer ging ie bijna steigeren, maar ik kon me nog vasthouden aan het zadel. Niks voor mij dat paardrijden.... Ook hebben we nog de wedstrijd Nederland-Spanje gekeken en kwamen we heel toevallig Jelmer van onze opleiding tegen. 'S avonds met z'n 3-tjes pizza gegeten en de volgende dag vertrokken op de beroemde Salar de Uyuni tour.
De tour duurde 4 dagen en was erg gezellig. We zaten in een jeep met een Nederlands meisje en een Duitse. Ook was er een andere jeep mee met 3 Italianen en een Argentijn. Onze gids/chauffeur was een Boliviaan (Julio) en zei natuurlijk bijna niks. Alles was we wilden weten moesten we uit hem trekken. Gelukkig kon ie wel goed en rustig rijden. Dat vonden we het belangrijkste na al die horror-verhalen die we van anderen hadden gehoord. Ook was Amelia, de kok, mee die voor lekker eten zorgde (en de oorzaak was waardoor ik midden in een van de ijskoude (-17 graden Celcius) nachten 3 keer naar de wc moest. We hebben erg mooie dingen gezien: vulkanen, lamas, oude ruines van zilvermijn dorpjes, lamas, gekleurde meren, lamas, zoutmeren, lamas, geisers, lamas, mummies van de inca's, lamas, cactussen, lamas en natuurlijk de Salar de Uyuni (het grootste zoutmeer op aarde). De koude nachten en de grote hoogten (geslapen op max. 4350 m en geweest op max. 5000 m) zorgden voor een paar slapeloze nachten en de gedachten aan hoe fijn het thuis is. Echt ongelooflijk dat de inheemse bevolking hierheen is getrokken en dat er nu nog steeds mensen wonen op grote hoogte en met die enorme kou. Ze hebben geen bomen om een vuurtje te stoken en vaak ook geen douche. Het eindpunt van de tour was het stadje Uyuni, een shithole waar we zo snel mogelijk wegwilden. Gelijk dezelfde middag dus de bus nog naar Potosi genomen.
Potosi is de hoogst gelegen stad op aarde (volgens mij 4090 m) en bekend om zijn grote zilvermijn. Het is niet fijn om op zo'n grote hoogte te verblijven (net als tijdens de tour) als je een klein beetje te snel loopt ga je hijgen en krijg je hoofdpijn. Je moet dus continu water drinken en rustig aan doen. Reinier had hier geen last van, dus hij rende steeds voor mij uit, terwijl ik me hartstikke brak voelde. Reinier is in Potosi nog de zilvermijn gaan bezoeken, maar omdat deze op 5000 m ligt en de touroperator zei dat het heel zwaar is om in die mijn rond te lopen leek het me verstandig niet mee te gaan omdat ik me toch al brak voelde. Achteraf maar goed ook, want Reinier zei dat het echt zwaar was en dat je zeker niet claustrofobisch moet zijn.
---
De mijn tour was inderdaad erg indrukwekkend. 's ochtends stapten we met zijn allen in een busje en reden we naar een gebouwtje ergens achteraf, hier kregen we allemaal een broek, jas, helm en licht voor in de mijn. Volgende stop was de mijners markt. Hier kochten we allemaal coca bladeren, flessen drinken en ik kocht ook nog een staaf dynamiet, dit dient namelijk als geschenken voor de mijnwerkers. De staaf dynamiet kocht ik een beetje met de hoop dat we die ook zouden gaan gebruiken. Met zijn allen weer in het busje reden we de Cerro Rico op naar een van de vele ingangen. De groep werd verdeeld en gelukkig zat ik in een lekker klein groepje. De eerste gangen van de mijn waren nog wel oke, je moest wel continu bukken want de mijnen zijn gemaakt voor Bolivianen en niet voor Europeanen maar je kon er tenminste gewoon lopen. Maar na daar wat rondgelopen te hebben en met een aantal mijnwerkers gesproken te hebben gingen we naar zogenaamde 'verbindingsgangen'. Deze lopen niet recht maar schuin door de berg heen en verbinden de levels (horizontale gangen). In deze verbindingsgangen was het dus echt soms kruipen, glijden en oppassen voor naar beneden komende stenen. En van de inspanning ga je ook nog flink hijgen maar de lucht is niet ontzettend zuurstofrijk dus na een aantal gangetjes sta je aardig te duizelen op je voeten. Op zo'n manier begin je wel ontzettend veel ontzag te krijgen voor die mijnwerkers, die daar dag in dag uit staan te hakken en scheppen. Ik mocht zelf ook nog even het schepwerk van een mijnwerker overnemen maar na een zak gevuld te hebben hield ik het voor gezien, de lucht is gewoon zo ijl en stoffig dat je het niet lang volhoud. Zo liepen we verder door de mijn, gaven presentjes aan de mijnwerkers en helemaal aan het eind kwamen we nog een jongen van 15 jaar!!! tegen. Die werkte nu een jaar in de mijn, en zou dit waarschijnlijk nog voor een lange tijd blijven doen... Al met al een indrukwekkende maar ook zorgwekkende ervaring!
Oja en de staaf dynamiet, die heb ik inderdaad cadeau gedaan aan een mijnwerker, maar hij heeft hem niet gelijk op dat moment gebruikt. En dat vind ik eigenlijk ook wel helemaal best.
---
Na Potosi zijn we in Sucre beland. Een best wel mooie stad, maar natuurlijk nog steeds erg vies. Tijdens ons verblijf was er een groot feest voor de zonnewende. Er waren verschillende optochten met verklede meisjes en jongens verkleed als mijnwerkers. 2 dagen lang hebben we hetzelfde liedje gehoord wat in de optocht werd gespeeld. Ook zijn we nog een dagje naar Tarabuco geweest, waar ze op traditionele wijze kleden weven. Hier hebben we een kleed gekocht en 2 kunstkleedjes voor aan de muur. We vonden het aardig prijzig voor Boliviaanse begrippen, maar gelukkig hebben we aardig wat kunnen afdingen. De volgende dag zijn we naar een museum geweest en daar zagen we dat het misschien toch wel waar was wat de verkoopster zei. Ze zei dat het zo duur was omdat een kleedje van 20 bij 50 cm 2 maanden werk was. In het museum zagen we dat het inderdaad een enorm moeilijk priegelwerk is.
Nu zitten we op het vliegveld in La Paz te wachten op onze vlucht naar Rurrenabaque. We gaan een paar daagjes de jungle van de Amazone in in het noorden van Bolivia! De malariapillen kunnen dus geslikt worden....
Tot snel!
-
25 Juni 2014 - 08:18
Max:
Zo te lezen een reis met vooral "hoogte"punten en maar één dieptepunt: het spotten van LAMA's. Dat schijnt niet zo gemakkelijk te zijn. Zeker een schaarse diersoort? :-))
En wat de coca-blaadjes betreft. Volgens collega Joost helpen ze echt tegen de hoogteziekte. Maar het is misschien niet zo handig om ze mee te nemen over de grens naar Peru, om nog maar te zwijgen van de vlucht naar de USA; ze schijnen daar last te hebben van allergie voor dat soort plantjes ....
¡Teneis cuidad! -
25 Juni 2014 - 22:36
Vrony:
Hoi Winnie en Reinier,
Mooie verslagen van jullie reis tot nu toe. Je doet veel indrukken op en ook een ander beeld van werken zoals de mijnwerkers. Dat kennen we hier niet meer. Ook leuk om andere Europese reizigers te ontmoeten. Goede reis verder en geniet ervan. -
27 Juni 2014 - 14:33
Domien:
Hi Winn en Reinier,
Ongelooflijk wat jullie daar allemaal zien en beleven in Bolivia. Teveel en te bijzonder bijna.
Er zijn zelfs lama's!
xxxpa
Ps Pas op jezelf en op elkaar -
29 Juni 2014 - 14:34
Anniek:
Hoi Winnie & Reinier!
Bijzonder om weer een heel nieuw land in te gaan en alle verschillen met Chili en Argentinië te ontdekken. Het blijft leuk jullie zo te volgen. Veel plezier in de jungle!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley